Felsnaad VMZINC

Bijzonderheden van deze techniek

Dit systeem bestaat uit lange, smalle zinken banen die reeds vanaf 3° (5%) dakhelling waterdicht geplaatst kunnen worden.

Dit kan zowel voor vlakke als gecentreerde daken en ook moeilijke vormen zijn mogelijk.

Draagvlak

Verschillende dakopbouwen mogelijk:

1. Geventileerde dakopbouw

De onderconstructie bestaande uit ruwe vuren delen uit dennenhout, Noordse Grenen of Noordse Vuren bestaan - breedte 100 tot 150 mm.

De dikte is 18 of 24 mm naargelang de tussenruimte van de regels en bij te schroeven klangen of dikte 24 mm bij te nagelen klangen. De planken worden loodrecht geplaatst op de richting van de felsbanen.

De hoogte van de luchtlaag is 40 mm en er worden ventilatieopeningen voorzien aan de voet en aan de nok van de dakhelling.

Om te voorkomen dat door het plaatsen van de isolatie de luchtlaag kortgesloten wordt of dat er eventueel condensatievocht deze isolatie zou bevochtigen, is het noodzakelijk een onderdak op de isolatie te voorzien. Dit onderdak is dampopen en mondt uit in de (bak) goot of in de vrije ruimte.

Het onderdak verhindert ook de luchtstroming van (koude) buitenlucht naar de binnenzijde van het gebouw.

Door het toegenomen isolatieniveau van constructies is het raadzaam om een efficiënt en duurzaam dampscherm conform de binnenklimaatklasse te plaatsen aan de warme zijde van de isolatie.

2. Warme niet-geventileerde dakopbouw op isolatie met drukvaste bovenlaag
    

VMZINC Membrane:

Het VMZINC Membrane is een duurzame, waterkerende dampdoorlatende folie die wordt versterkt met een gelaagd polypropyleen nonwoven. Dit membraan is dampopen maar luchtdicht (functioneel tot 100°C).

Het VMZINC Membrane wordt aangebracht tussen het ZINC PLUS en de thermische isolatie.

 Drukvaste steenwolplaten:

De isolatieplaten zijn voldoende stijf en hebben voldoende drukvastheid om het ZINC PLUS te kunnen dragen.

De drukvaste steenwolplaat heeft een druksterkte bij vervorming van 10% van minimum 50 kPa (0,5 kg/cm²) en een geïntegreerde harde toplaag en is bestand tegen een geconcentreerde belasting van 600 N (een weerstand aan een puntlast van 120 kPa) dankzij de geïntegreerde harde toplaag. Ook PUR/PIR isolatie met voldoende druksterkte kan toegepast worden. De isolatie beschikt over de nodige toepassingsgoedkeuringen als geschikte isolatie voor een warmdak isolatiesysteem. Dikte te bepalen. De isolatiematerialen moeten conform zijn aan de lokale/nationale voorschriften (o.a. brandweer,…).

Om te vermijden dat vocht wordt ingesloten tussen de isolatie en de dakbedekking wordt de isolatie tegelijkertijd met het ZINC PLUS geplaatst. Bij het onderbreken van de werkzaamheden moeten de al geplaatste isolatieplaten die nog niet met zink zijn bedekt, tijdelijk afgedicht worden. Dit is liefst zoveel mogelijk te vermijden.

Aludex^® Max dampscherm

Dit efficiënte dampscherm is, mits correct geplaatst aan de warme zijde van de isolatie, essentieel voor een duurzame werking van de dakconstructie.

Dit dampscherm moet steeds op een doorlopende ondergrond worden geplaatst. Aludex^® Max is een zelfklevend dampscherm en is geschikt voor lucht- en waterdichte afdichting.

Het Aludex Max^® dampscherm is samengesteld uit een aluminium toplaag, een interne glasvezelwapening en een hoogpolymeer SBS klevende onderlaag waarop een afpelbare beschermfolie van polyethyleen is aangebracht.

Indien de isolatie niet direct mechanisch op de draagstructuur wordt bevestigd, moet men Initial C350 aanbrengen op de ondergrond van het Aludex® Max zodat de windlasten door deze laatste kunnen opgevangen worden.

Aludex® Max mag maximum 2 weken onbeschermd liggen.

Onderste paneel/geprofileerde staalplaat

Het type geprofileerde staalplaat wordt bepaald door de studie van stabiliteit en (mogelijk) in relatie tot de hygrometrie van het gebouw. Indien de geprofileerde staalplaat loodrecht op de richting van de goot wordt geplaatst, mag de afstand tussen de holtes van de geprofileerde staalplaat niet overeenkomen met de hart-op-hart afstand van de Felsnaad VMZINC® in ZINC PLUS (530mm). Indien dit het geval is, is het absoluut noodzakelijk om een tussenlaag van metaal of hout te voorzien. Dit zal een gemakkelijke montage van de Felsnaad VMZINC®- banen in ZINC PLUS mogelijk maken.

De dikte van de geprofileerde staalplaat is beperkt tot maximaal 1,25mm zodat de bevestigingsschroef onder iedere hoek van deze 1,25mm dikte kan boren. De minimale dikte is 0,7 mm.

Om de duurzaamheid van de dakconstructie te garanderen, is het essentieel om het hierboven beschreven onderdak en dampscherm toe te passen. Regenwater mag niet worden ingesloten tussen het onderdak en het dampscherm. Bij de opbouw dient men de dakconstructie steeds af te dekken met een afdekzeil zodat er geen extra vocht wordt ingesloten.

3. Warme dakopbouw op cellenglasisolatie

Onderconstructie compatibel met de montage van cellenglasisolatie (bvb. Hout, beton, stalen profielplaat, volgens voorschriften fabrikant)

·        Cellenglas gekleefd op zijn onderconstructie

·        Het cellenglas wordt vervolgens afgestreken met bitumen

·        Plaatjes van gegalvaniseerd staal, conform de richtlijnen van de fabrikant van het isolatiemateriaal, worden op deze bitumineuze laag gekleefd. De maatvoering van de plaatjes moet met de medewerking van de zinkwerker van het zink van VMZINC® gebeuren.

·        Een thermolasbaar gewapend bitumineus membraan wordt vervolgens gebrand op de bitumenafstrijklaag over de volledige oppervlakte van de isolatie, zonder overlapping. Het membraan bedekt ook de plaatjes in gegalvaniseerd staal.

·        Een glijlaag in doorzichtig polyethyleen wordt geplaatst met een overlapping van +/- 150 mm tussen elke baan, zodat er geen rechtstreeks contact is tussen het ZINC PLUS en het bitumineus membraan.

Deze karakteristieken moeten gegarandeerd blijven wanneer de verschillende materialen in rechtstreeks contact staan met elkaar (geen luchtspleet tussen deze lagen).

Plaatselijke bouwvoorschriften dienen altijd opgevolgd te worden.

Montage

De minimumtemperatuur voor het verwerken van het zink van VMZINC® is 7°C of 10°C (PIGMENTO’s) (metaaltemperatuur).

Het plaatsen van de banen kan willekeurig begonnen worden zowel van links als van rechts, zonder daarbij rekening te moeten houden met de overheersende windrichtingen.

Dit werk kan alleen worden uitgevoerd met behulp van de juiste gereedschappen en machines voor dit zinkwerk.

Na het plaatsen van de klangen wordt de volgende baan ertegenaan geplaatst met de fels ineengeschoven. In afwachting van de naadsluiting wordt de eerste plooi van het reliëf, om de meter, met de platte tang gesloten.

De felsnaden worden met de hand of machinaal gesloten, door een dubbele plooiing, deze zorgt voor de waterdichting van het systeem Staande naad VMZINC®. De fels heeft een standaardhoogte van 25 mm.

Aantal vaste klangen te gebruiken: mm

Minimaal 5 vaste klangen, om de 20 cm.

Aantal schuifklangen te gebruiken:

Randzone : 5/ml (9klangen/m²)=> nuttige breedte 53cm).

Centrale zone (klassieke klangen) : 3/ml (6klangen/m²)=> nuttige breedte 53cm).

Centrale zone (monoschroefklangen): om de 75cm